Een halve, diep zwarte, kies van een mastodont (Anancus arvernensis). De kies is in 1981 opgevist uit de Oosterschelde door het Genootschap Kor en Bot uit Zierikzee.
Lees verderKies van een mastodont (Anancus arvernensis). De kies is in 1981 opgevist uit de Oosterschelde door het Genootschap Kor en Bot uit Zierikzee.
Lees verderVer aangekauwd kiesfragment van een mastodont (Anancus arvernensis). De kies is marmerachtig versteend. Het fragment is in 1981 opgevist uit de Oosterschelde door het Genootschap Kor en Bot uit Zierikzee.
Lees verderHalve kies, iets aangekauwd, van een mastodont (Anancus arvernensis). De mastodont kreeg in zijn leven minder vaak nieuwe kiezen dan de mammoet omdat zijn kiezen minder snel sleten. De kies is in 1981 opgevist uit de Oosterschelde door het Genootschap Kor en Bot uit Zierikzee.
Lees verderFragment van een stoottand van een mastodont (Anancua arverensis).
Lees verderHumerus of opperarmbeen Wolharige neushoorn (Coelodonia antiquitatis). Deze neushoorn, met een schofthoogte van ca. 1,5 m., had een dikke wollige vacht. Hij leefde in het Laat-Pleistoceen op de koude droge steppe.
Lees verderDe gefossiliseerde keutel (coproliet) van een grottenhyena (Crocuta spelea) uit de Pleistocene tijd. De grottenhyena is vooral een aaseter: favoriet zijn de beenderen en het vlees van mammoeten en van wolharige neushoorns. Door de grote hoeveelheid botmateriaal in hun poep, fossiliseren drollen van hyena’s heel gemakkelijk.
Deze is opgevist uit de Oosterschelde door het genootschap Kor en Bot uit Zierikzee.
Twee botten van een paard om schaatsen of glissen van te maken. Beiden zijn onvoltooid.
Lees verder