Vrouwenjak, gevouwen model met twee keer twee vestpandjes. De onderste twee zijn met smal groen galon afgezet. De taille zit op de normale plaats, de mouwen komen tot net over de elleboog en hebben een geplooid manchet. Sits met kleine bloem/bladmotieven op een rode ondergrond. De voering is van geruit linnen met de kleuren ecru, beige, bruin en blauw. Lusjes van voeringstof om aan de bovenrok te bevestigen. Met de hand genaaid.
Het jak is waarschijnlijk afkomstig van een familie van tabakshandelaren uit Zierikzee.

Empirejapon met ruitpatroon in de kleuren geel/groen/wit en rood. De mouwen zijn lang en de manchet bestaat uit een gevlochten rand en polsband. Het lijfje is gedeeltelijk gevoerd met ongebleekte katoen, idem rand van de rok. Sluiting met twee haken en linten op 121 cm.
De japon is waarschijnlijk afkomstig van een familie van tabakshandelaren uit Zierikzee.

Kort zijden zwart jakje met lange mouwen. De mouwen en de schouders zijn versierd. De voering is van beige glanskatoen. Het jakje heeft baleinen. Aan de voorzijde heeft het een sluiting met acht knopen.
Het jakje is mogelijk afkomstig van een familie van tabakshandelaren uit Zierikzee of van een familie van herenboeren uit Dreischor.

Jak van effen écrukleurige zijde. Een laat-empire model met een wijde, ronde hals. De grondvorm is een gevouwen model, met hoge taille. Ellenbooglange gladde mouwen met twee aangezette stofrepen. Alleen het lijfje is gevoerd, met wit linnen. Sluiting middenvoor van vier haken en ogen en een koordje door de halsrand. Met de hand genaaid. Herkomst Schouwen-Duiveland.

Witte rok van Indiase sits, bedrukt met losse paarse en rode bloemen op een korte steel. Aan de onderzijde is een rand met bloemen. Speciaal voor rokken en gordijnen werd sits vervaardigd met een randmotief. De stof is dwars genomen. Het model is als gebruikelijk, een rechte lap met middenvoor een glad buikstuk en middenachter een stolpplooi. In de taille smalle platte plooien. Geheel gevoerd met vrij los geweven wit linnen, onderaan tegen elkaar gezoomd. Aan beide zijden een split met haak en oog sluiting

Jak met een voor die tijd zeer modieus empiremodel. Lage ronde hals, het lijfje eindigt net onder de boezem. Gladde mouwen tot de ellebogen. Middenachter en aan de zijkanten een driedubbele stolpplooi in de schoot. Van gebloemde sits met kleine rode en/of blauwe bloemen door takjes aaneengeregen, op een crème ondergrond. Bijzonder zijn de insecten ertussen. Voering van écrukleurig linnen. Haken en ogen, koordjes en aan het binnenlijfje twee haken voor de rok. Het is niet duidelijk of dit jak tot de streekdracht behoort of modieuze stadskleding is. Waarschijnlijk gedragen op Schouwen-Duiveland

Jak met gevouwen model, met aan het voorpand losse vestpandjes. Onderaan de ellenbooglange mouwen zit een geplooide manchet. De aangeknipte mouwen zijn verlengd. Middenachter en opzij diepe plooien. Vierkante halsopening op de rug. De rugplooien lopen voorbij de taille door. Katoenen sits met donkere blauw/groene ondergrond. Voering blauw/wit geruite katoen of linnen, in de mouwen wit/bruin geruit linnen. Sluiting met tien haken en ogen. Waarschijnlijk gedragen op Schouwen-Duiveland.

Lang en smal vrouwenjak, gevouwen en met de taille op de normale plaats. In het voorpand lopen de voorkanten rechtdoor (geen losse vestpandjes). Binnenin zitten aan weerskanten strookjes met nestelgaten, misschien werd hier een los voorpand (plastron) in geregen. Losse plooien, vanaf de schouders een stukje vastgenaaid. Het jak sluit met strikbanden in de taille en op de heup. Mouwen met geplooide manchetten die een stukje uitsteken buiten de arm. Sits met écru ondergrond en rode (overheersend) en blauwe bloempjes. De linnen voering is fijn gestreept wit en blauw.

Gevouwen jak van Indiase sits met rode en blauwe bloemen en blauw met gele blaadjes op een donkergroene ondergrond. Taille op de normale plaats. De voering is van écru/blauw geruit linnen. De jas heeft twee keer vestpandjes, en sluiting van twaalf haken en ogen. De hals is recht en laag uitgesneden en de tailleband aan de achterzijde is geplooid. Het rugpand loopt uit in een punt.

Vrouwenjak van Hollandse katoendruk. Met halflange mouw, kort lijfje, lange schoot en laag uitgesneden hals. Sluiting met vijf haken en ogen. Witte ondergrond met blauwe en rode bloemen en ranken (groenig en paars) en rode besjes._x000D_Niet gevoerd. De glanzende laag is verdwenen of nog niet aangebracht. Voor het glanzend maken haalde men de stof door een bad met rijstwater (India) of stijfsel van tarwebloem (Holland). Daarna werd de stof gedroogd en met de hand gepolijst.