Op doek geschilderde landkaart van Schouwen met de bijbehorende polders. Rond de kaart staan de wapens van de steden en dorpen in het gebied. De polders zijn niet gekleurd, de wapens wel. De kaart is een zeventiende-eeuwse kopie van een perkamenten (?) kaart uit 1540 uit het bezit van mr. Adriaen Rochus Hofferus, rentmeester-generaal Beoostenschelde. Bovenaan de kaart staat in gouden letters: ‘FIGURATIEVE CAERTE VANDEN LANDE VAN SCHOUWEN MET DE ANNEXE POLDERS SOO ALS HET SELVE IS GEWEEST’ en onderaan staat: ‘ANNO 1540 EN DE WAEPENS VAN STEDEN EN DORPEN IN DESE CAERT BEGREPEN’.

Portret van Cornelis Verheye (1601-1682), burgemeester, raad en schepen van de stad Zierikzee. Verheye (ook wel Verheije) is in 1932 gehuwd met Quirina Hollenboom (1608-1665). Dit schilderij, het linkse pendant, hoort bij het schilderij van zijn echtgenote. Het schilderij heeft een zwarte lijst. De voorheen gebruikelijke pseudo-lijst in de achtergrond heeft de schilder Loncke achterwege gelaten.

Schilderij op paneel, waarop afgebeeld de werkwijze van het winnen van zout uit veen. De zoutwinning werd ook selnering, moernering of darinkdelven genoemd. In het midden is te zien hoe er bij laag water op de schorren veen, darink, gestoken werd. Met een platboomde roeiboot, schuit of vlet werd het naar de droogplaats gebracht. Na het drogen werden de veenkluiten verbrand, dat is het zelbarnen en dat is links op het schilderij te zien. De zel of as werd door de zoutzieders of pannenlieden met zeewater vermengd tot pekel en in ondiepe metalen pannen op turfvuur ingekookt en zo gezoden tot wit zuiver zout, zie rechts op het schilderij. Het zout werd gedroogd en opgeslagen in de zoutketen. In zwart geschilderde profiellijst met olieverguld binnenprofiel.

Geschilderd portret van mr. A.J.F. Fokker van Craijestein van Rengerskerke. Fokker was advocaat en procureur. Daarnaast vervulde hij diverse bestuursfuncties: gemeenteraadslid, wethouder, burgemeester, lid van Provinciale Staten, lid Eerste Kamer, voorzitter van Waterschap Schouwen en voorzitter van de Visscherijen op de Zeeuwsche Stroomen. Op het portret is hij gekleed in het ambtskostuum van de leden van de Staten-Generaal. Fokker ontving zijn portret ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als voorzitter van het waterschap Schouwen op 30 september 1912 van de ingelanden.

Portret van majoor Hieronymus de Huybert (1660-ca. 1709), kapitein der infanterie en majoor-commandant van Sas van Gent. Hij is gekleed in een harnas met daarover een kanten das. Links boven op het schilderij staat het familiewapen, een wapen met drie zwemmende haringen boven elkaar. Leden van de familie De Huybert waren in de 15e en de 16e eeuw vermogende reders en actief in de haringvisserij. Bij dit pendantportret hoort het portret van zijn vrouw Jacoba van Lochteren (1659-1705). Ze zijn gemaakt ter gelegenheid van hun huwelijk. Het schilderij is in 2020 toegewezen aan portretschilder Pieter Peuteman, die in die tijd ook in Zeeland werkte.

Geschilderd portret van Jacoba van Lochteren (1659-1705). Zij huwt in 1685 met Hieronymus de Huybert (1660-ca. 1709). Jacoba is de dochter van een Zutphense burgemeester. Haar jurk is gemaakt van fijn en glanzend materiaal, aan hals en mouwen gegarneerd met witte stof. Ze draagt kostbare parels. Links boven op het schilderij staat haar familiewapen, herkenbaar aan de ossenkop. Dit portret is een pendant en hoort bij het portret van haar man. Het schilderij is in 2020 toegewezen aan portretschilder Pieter Peuteman, die in die tijd ook in Zeeland werkte.

Schoorsteenstuk op paneel (aan de zijkanten) en doek, in een rijk met houtsnijwerk versierde lijst. De schildering bevat het wapen van koning-stadhouder Willem III, de wapens van Schouwen en Duiveland alsmede de wapens van steden en dorpen, ambachten en heerlijkheden beoosten Schelde. Het schoorsteenstuk hangt in de Burgemeesterskamer van het vroegere stadhuis van Zierikzee aan de Meelstraat, nu de Kaartenkamer van Stadhuismuseum Zierikzee.

Deze grisaille, een schildering in grijstinten, stelt de godin van de wijsheid Minerva voor. Zij is het symbool van de regering van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Minerva wordt vergezeld door vier deugden, verbeeld als vier putti (mollige engelachtige kinderfiguren). Te zien zijn de deugden Rechtvaardigheid (putto met zwaard en weegschaal), Kracht (putto met kolom of zuil), Matigheid (putto met paardentoom) en Voorzichtigheid (putto met slang). Als tegenstelling zijn ook Tweedracht (putto met vuurslag en processtukken), Gerustheid (putto met scheepsroer en twee korenaren) en Overvloed (putto met landbouwproducten) afgebeeld. De grisaille is geschilderd op doek dat is gemonteerd op een schoorsteenmantel in het vroegere stadhuis van Zierikzee, in wat nu de Raadzaal wordt genoemd.

Deze grisaille, een schildering in grijstinten, stelt een vrouw voor met in haar rechterhand een passer en in haar linkerhand een goedgevulde beurs. De vrouw wordt omringd door negen putti, dat zijn mollige engelachtige figuren. Boven de vrouw hangt een putto met een banier met de tekst “in melius servat”, dat is: zij spaart tot beter. Rechts van de vrouw bieden twee putti iets aan en rechtsonder werken twee putti bij een geldkist. Aan de linkerkant bergen twee putti papieren op en linksonder controleren twee putti de boeken. De grisaille is geschilderd op doek dat is gemonteerd op een schoorsteenmantel in het vroegere stadhuis van Zierikzee, in wat nu de Thesaurierskamer wordt genoemd.

Schilderij op paneel, voorstellende schepen op de rede van de stad Zierikzee. Op de voorgrond stroomt de Gouwe en aan de horizon is het silhouet van Zierikzee zichtbaar: de ommuring met de Westpoort en de Bagijnepoort, een bolwerk en kloosters. Het schip in het midden, een karveel, voert in de grote mast een vlag met de beeltenis van St. Lieven, de beschermheilige van Zierikzee. Er wapperen ook banieren met Spaanse wapens. Vanwege die vlaggen wordt verondersteld dat het paneel te maken heeft met het redersgeslacht De Huybert. De familie De Huybert leverde schepen aan de Bourgondische en Habsburgse vorstenhuizen.