Duwslee of slede, aan de buitenzijde okergeel geverfd en bruin aan de randen. De binnenkant is rood. Aan de onderzijde is het hout beslagen met ijzer. Aan de voorzijde zit een bevestigingsoog. De zijkanten hebben de vorm van een vogel met op beide zijden de kop van een groene papegaai geschilderd. Onder de zitting zit bergruimte. Op de voorzijde van de bak zijn de initialen J.W.G. geschilderd. Jacobus Willebrordus Gudde (1861-1931) heeft waarschijnlijk de slee van de familie Gudde beschilderd omstreeks 1890-1895.

Een hoge bi, de klassieke fiets met een groot voorwiel en een klein achterwiel. Het woord vélocipède bestaat eigenlijk al voordat de hoge bi wordt ontworpen. De hoge fiets heeft massief rubberen banden, een leren zadel op een lange veer en een gebrekkige rem op het voorwiel. De hoge bi is vooral gebruikt van 1870-1890, voordat de toepassing van fietsketting en luchtbanden het de fietsers aangenamer maakt. A.M. van Nieuwenhuize maakte op deze fiets vanuit Zierikzee twee grote tochten, één naar Den Helder en één naar Hoogeveen.

Licht, hoog tweewielig rijtuig zonder kap, sjees van Zeeuwse herkomst. Kenmerken van West-Friese sjees. De bespanning halfslag of veldspoor is hoogst uitzonderlijk voor West-Friese sjezen en komt eigenlijk alleen bij Friese sjezen voor. Opgenomen in het Friese Sjezen Stamboek onder nummer FSS 214.