5613

Halve pilaar uit De Roompot

Helft van een houten pilaar van de buitenzijde van de stuurhut van het fregat De Roompot. De achterzijde is recht. De voorzijde is versierd en in het midden bolvormig. Aan de boven- en onderkant zijn rechte blokken uitgehakt. Het blok aan de onderkant loopt aan beide zijden uit in een punt. Het blok aan de bovenkant heeft een inkeping en daaronder twee ronde bandversieringen. Aan de onderkant boven het blok zit een ronde bandversiering. De halve pilaar is ook te zien op het scheepsmodel van het fregat De Roompot. Afkomstig uit het wrak van het fregat De Roompot. Dit schip is in 1844 gebouwd op de werf De Goede Intentie te Zierikzee voor rederij M.C. de Crane & Zoon en op 29 juni 1853 vergaan in de monding van de Oosterschelde op de Noorderrassen bij Veere, in de vaargeul genaamd de Roompot, op nog geen 20 km van de thuishaven. De Roompot is dus vergaan in de Roompot. Tijdens de ramp waren 24 mensen aan boord, onder wie twee loodskwekelingen. Bij het verlaten van het schip vonden de tweede stuurman, de scheepsarts en een loodskwekeling ‘jammerlijk in de golven’ de dood. Het wrak rust nu op de bodem van de Oosterschelde en is thans Rijksmonument.

Zeilschip De Roompot werd tussen 1841 en 1844 gebouwd op scheepswerf De Goede Intentie in Zierikzee voor rederij De Crane. Het was een Oost-Indiëvaarder en maakte zeven reizen naar de Oost. Op 25 september 1852 vertrok het schip naar Birma om een lading rijst op te halen. Voor de reis monsterden 22 bemanningsleden aan. Op 4 februari 1853 meerde het schip aan in Akiab, een havenplaats op een eiland vlak voor de westkust van Birma. Er werd 500 last rijst ingenomen.
20 februari 1853 vertrok het schip weer om terug te gaan naar de thuishaven Zierikzee. Veel slecht weer onderweg. Op 27 juni voer het schip voor het Engelse Dartmouth. Daar kwam de Vlissingse loodskotter nummer 2 langszij om te laten weten dat er geen volwaardige loodsen beschikbaar waren. Twee loodsleerlingen, Cornelis Dekker en Marinus Engels werden aan boord genomen. 29 juni voer het schip voor Westkapelle toen het op een zandbank stootte. Het schip maakte meteen water en kapitein De Boer gaf opdracht een sloep te strijken waarin vervolgens acht mannen wegvoeren. De toestand van het schip verslechterde snel zodat de overgebleven bemanning en de kapitein de tweede sloep namen. Even later werd de sloep door een grote golf omgedraaid en vonden drie opvarenden, onder wie de scheepsarts, de dood.
De torenwachters op de Lange Jan in Middelburg zagen het drama vanaf de toren gebeuren. Ook dat het schip bij vloed weer loskwam en de Roompot in dreef en daar zonk. Op 30 juni waren de masten van het schip nog te zien vanaf de toren in Middelburg. Kapitein Hendrik de Boer zag drie maanden later op de markt in Zierikzee zijn scheepskijker, kompas en sextant te koop staan. Het bleek dat loods Bernardus Taberne voordat het schip zonk nog aan boord was geweest en deze mee had genomen.
Het schip is waarschijnlijk onder het zand vandaan gekomen na de aanleg van de Oosterscheldekering. Er was door vissers een wrak op die plek gesignaleerd. Duiker Vic Verlinden besloot in 1992 eens een kijkje te nemen en vond het wrak. Verlinden wist al snel dat het om De Roompot ging omdat hij de scheepsbel vond met de naam van het schip erop. In 1996 is het officieel bevestigd door de RCE.

Vervaardiger: onbekend
Vervaardigingsplaats: onbekend
Vindplaats: Roompot
Datering: 1841 tot 1844
Materiaal: eikenhout
Afmeting: hoogte 182.5 cm, breedte 17.5 cm, diepte 8.0 cm
Objectnummer: 5613
Eigenaar: Gemeente Schouwen-Duiveland