Model koopvaardijhoeker ” ’t Welvaren der Stad Zierickzee “

Getuigd model van een 18e eeuwse koopvaardijhoeker. In 1988 gemaakt naar het oorspronkelijke model van ’t Welvaren der stad Zierikzee uit 1768, dat zich in de collectie van het Nederlands Scheepvaartmuseum in Amsterdam bevindt. Schaal 1:20.

Lees verder

Model vrachthoeker Zierickzeesch Welvaeren

Model van de 18e eeuwse vrachthoeker Zierickzeesch Welvaeren. Het schip heeft bruine zeilen en twee extra lijzeilen. Het onderwaterschip is groen geschilderd. De hoeker, een middelgroot schip, is in Zierikzee in de periode 1650 tot na 1800 een veel gebruikt scheepstype.
Het dankt zijn naam aan de kabeljauwvisserij. De vissers gebruikten geen netten, maar lange lijnen met ‘hoeken’ of haken. Daarop was aas aangebracht. De hoeker is multifunctioneel en is later ook gebruikt in de koopvaardij voor het vervoer van hout, zout, wijn, levende kreeften, oesters en nog veel meer.

Lees verder

Halfmodel van raderstoomboot

Halfmodel van een raderstoomboot, waarschijnlijk de ‘Stad Zierikzee No. 1’ uit 1883. De raderstoomboot heeft tussen Zierikzee en Rotterdam gevaren tot 12 augustus 1901. In dat jaar rijdt er voor het eerst een tram op Schouwen-Duiveland.

Lees verder

Model van de bark De stad Zierikzee

Scheepsmodel, mallenmodel, van de bark De stad Zierikzee. De bark is getuigd zonder zeil. Het model heeft een standaard, dekhuizen, kap, schijnlicht, schijnluik en twee ankers. De romp van de bark is veel te kort uitgevallen.
De Stad Zierikzee is gebouwd op de stads- en commerciewerf in de periode 1838-1840. De bouwmeester is C. Mak en de opdrachtgever H.W. le Sage ten Broek, reder te Zierikzee. In 1840-1841 maakt de bark een retourreis naar Java en Sumatra en gaat na terugkeer, volgeladen met koffie, suiker en hout, op de rede van Veere voor anker. In een hevige storm slaat het schip van haar ankers, raakt op drift en drijft op de plaat de Onrust bij Noord-Beveland. Het schip breekt en vergaat. De bemanning wordt vanuit Zierikzee gered.

Lees verder

Model van het fregat De Roompot

Getuigd model van het fregat De Roompot. Dit schip is in 1844 gebouwd op de werf De Goede Intentie te Zierikzee voor rederij M.C. de Crane & Zoon. Het is op 29 juni 1853 vergaan in de monding van de Oosterschelde op de Noorderrassen bij Veere, in de vaargeul genaamd de Roompot, op nog geen 20 km van de thuishaven. Het model is gebouwd naar afbeeldingen en gegevens die bekend zijn van De Roompot. De romp van het model is voorzien van koperbeplating. Het nummer op de kapiteinsvlag is vlagnummer R 75, dat behoorde aan kapitein Steven van Delden, die de eerste drie reizen het bewind voerde over De Roompot (1845-1848).

Lees verder

Model van een Zeeuwse poon ‘De Zeelandia 1790’

Houten model van een Zeeuwse poon ‘De Zeelandia 1790’. In de periode 1800-1900 stond de poon bekend als het ‘sieraad van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse stromen’. Het scheepstype was al ouder; poonschepen waren er al in de zeventiende en achttiende eeuw. De poon is een platbodem vrachtschip, geschikt voor het varen in ondiepe wateren. De meeste poonschuiten voeren volgens een vaste dienstregeling tussen havens. Naast vracht namen ze ook passagiers mee. Het model heeft twee zwaarden, een helmstok met roer en is volledig getuigd met zeilen. Op de helmstok zit een knop. De laadruimte kan opengemaakt worden door het oplichten van de luiken. Op het dek liggen vijf losse pikhaken. Het schip is afgewerkt met lak en verf.

Lees verder

Scheepsmodel van koopvaardijhoeker

Scheepsmodel, mallenmodel, van een koopvaardijhoeker. Waarschijnlijk is dit model van de hand van Pieter Ossewaarde (ook vermeld als Ossewaardt). In het Scheepvaartmuseum in Amsterdam bevindt zich een model van de hoeker ’t Welvaren der stad Zierikzee, eveneens vervaardigd door Ossewaarde. Het roeibootje bij de Zierikzeese hoeker draagt de naam van kapitein Ossewaarde en behoort bij de hoeker in Amsterdam. In het algemeen waren hoekers sterke zeewaardige vissersschepen, die gebruikt werden voor de kabeljauwvangst in de wateren rond IJsland. Vanuit de hoeker werd niet gevist met netten, maar met lange lijnen met hoeken of haken waarop aas was aangebracht. Het hoekerschip was al in de middeleeuwen bekend, maar het had toen, evenals de haringbuis, een platte spiegel (achterschip). Pas in de zeventiende eeuw werden de hoeker en de buis met een rond achterschip gebouwd. Onder water liepen het voor- en achterschip spits toe, hetgeen de zeilkwaliteit verbeterde, zowel wat betreft de snelheid als de zeewaardigheid. Deze bouwwijze werd later voor de grotere schepen overgenomen. In het midden van de achttiende eeuw bezat Zierikzee nog zeventig hoekers, waaronder grote driemasthoekers, die ook vaak voor de koopvaardij werden gebruikt.

Lees verder

Blokmodel van het fregat ‘De Tyd-verdryf’

Blokmodel van het fregat ‘De Tyd-verdryf’, getuigd met schoenertuig. Het fregat is een marineschip uit de tweede helft van de achttiende eeuw met een bewapening van 22 stukken. Tijdens de behandeling van het model in 1997 werd op het dek een gedeelte van een (harten)speelkaart ontdekt met een met inkt geschreven tekst waaruit blijkt door wie en wanneer dit model gemaakt is: Dit fregat scheepje genaamt den Tijt-Verdrijf, is gemaakt door Bonifacius Cau, commandeur ter zee bij het Grootmogende College der Admiraliteit in Zeelandt. Is begonnen den 1 august 1766 en heeft drie jaren daarmede bezig geweest uyt liefhebberije tot den zeedienst.” Cau (1740-1804) trad op zestienjarige leeftijd in dienst van de Admiraliteit in Zeeland. Later vervulde hij diverse functies in de stad Zierikzee en op Schouwen-Duiveland.”

Lees verder

Model van een lemmerhoogaars

Mallenmodel van een hoogaars, de lemmerhoogaars PI 94 (Philippine). Hoogaarzen kwamen veel voor op de Zeeuwse stromen. De meeste mossel-, garnalen- en oestervissers hadden zo’n schip. Aan boord werkten twee tot drie man. Kenmerkend voor de lemmerhoogaars is het rondgebouwde achterschip. In snelheid en wendbaarheid bleek de traditionele Zeeuwse hoogaars niet opgewassen te zijn tegen de uit Friesland afkomstige lemmeraak en dat was vooral van belang bij de aanvoer van verse mossels op de Antwerpse markt. Wie immers het eerste kwam kreeg de hoogste prijs. Om dit nadeel op te heffen, werden hoogaarzen en hengsten gebouwd met het ronde achterschip van de lemmeraak en kregen de naam lemmerhoogaars en lemmerhengst. Het model bestaat uit losse onderdelen: model, standaard, voorluik, kotluik en schuif, drie loopgangen, vier buikdenningen, kluiverboom, roer en helmstok en een mosselkor.

Lees verder

Model van een schouw

Mallenmodel van een schouw, de ZZ 5 (Zierikzee). De ZZ 5 was het schip van Seraphinus Claessens. Tussen 1850 en 1900 ging het in Zeeland goed met de schelp- en schaaldierenvisserij. In Zierikzee was in 1900 de visserij verdwenen, maar de Zierikzeese advocaat Abraham Fokker wist met succes vissersfamilies van Tholen en Zeeuws-Vlaanderen over te halen te verhuizen naar Zierikzee om er de mossel- en oestercultuur te beginnen. Mosselvisser Claessens uit Clinge verhuisde ook naar Zierikzee. In tegenstelling tot de boeieraak ontbreekt bij de Zeeuwse schouw de voorsteven. De indeling verschilt niet van die van de boeieraak en andere typisch Zeeuwse schepen. De meeste schouwen werden gebouwd in Zeeuws-Vlaanderen, onder andere in Kruispolder en Paal. Het model is ondertuigd (mal). Het bestaat uit losse onderdelen: model, standaard, luik, roer en helmstok, kluiverboom; twee riemen (geen dollen), stokdweil, pikhaak, fokkeloet (loet: voor uitzetten fok), twee bomen, korte spaak en een anker. Het model van de ZZ 5 pronkte in 1910 op de Wereldtentoonstelling in Brussel.

Lees verder