Olielamp uit meestoof
IJzeren olielampje met tuit en haak, gebruikt in het stamphuis van een meestoof. In een meestoof werden gedroogde meekrapwortels fijngestampt tot verfpoeder. Dit gebeurde vooral ’s nachts omdat daglicht een nadelige invloed had op de kleurkracht. Om brand te voorkomen werden de olielampjes opgehangen of in een speciaal kastje geplaatst.
Bekervormige kan
Bekervomige kan van ongeglazuurd steengoed. De kan is dikwandig, heeft een kraag op de halsaanzet, een iets verdikte hals, een rib tussen de hals en schouder en een lintoor. De standring is geknepen. Type s1-kan-23. Vondstgegevens niet bekend.
Rechthoekige fles uit De Roompot
Groenglazen rechthoekige fles met een brede halsopening. Het glas is iriserend en bevat aanslag. Afkomstig uit het wrak van het fregat De Roompot. Dit schip is in 1844 gebouwd op de werf De Goede Intentie te Zierikzee voor rederij M.C. de Crane & Zoon.
Brandemmer Zierikzee
Leren brandemmer met hengsel, met het stadswapen van Zierikzee en het nummer 3 er op geschilderd. Een natte leren emmer is beter tegen brand bestand dan een houten emmer. Met de emmers wordt buitenwater opgeschept. Vanaf de waterkant vormen burgers een lange rij en geven de brandemmers aan elkaar door.
Afbeelding bouw van een haringbuis
Dit doek, op raam gespannen, is in 1595 geschilderd in opdracht van het scheepstimmerliedengilde te Zierikzee. Op de afbeelding staat het opschrift ‘Adriaen Jansse kaekelaer als deke 1595’. In de collectie van het museum bevinden zich drie doekjes, waarvan er twee identiek zijn. Waarschijnlijk werden deze doekjes gebruikt bij begrafenissen van leden van het gilde. Het vermoeden is dat ze aan een lijkkleed werden bevestigd.
In de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd was de scheepsbouw een bloeiende bedrijfstak in Zierikzee. De werven waren voor die tijd zeer modern. In Zierikzee werden vaak, eerder dan elders, nieuwe scheepstypen gebouwd, zoals het karveel en de haringbuis.
Kantmaatje of korte ellestok
Kantmaatje, een korte meetlat van een kwart el, waarmee 17,45 cm kant gemeten kan worden. Kant is teer en rekt snel uit model, vandaar een korte stok. Het kantmaatje heeft parelmoer banden en een fraai bewerkt handvat met een klein ivoren blokje bij de overgang naar het meetgedeelte, het beginpunt om te gaan meten. XXX Tot 1820, toen een nieuw metriek stelsel is ingevoerd om overal dezelfde maatvoering te krijgen, werden menselijke maten gebruikt zoals voet, duim en el. Een el is afgeleid van de ellepijp (onderarm) en is ongeveer 69 cm. De maten waren echter overal verschillend. De Zierikzeese el had een lengte van 69,8 cm, die van Brouwershaven 70,9 cm. Op Schouwen werd vooral de Zierikzeese gebruikt.