Kan
Kan van roodbakkend aardewerk met loodglazuur. De kan heeft een gedrongen bolle buik, een afgeronde buikknik, een hoge vrijwel cilindrische hals met kraagrand, een schenklip, een verticaal worstoor en een standring. De kan is op de buik versierd met boogjes in gele slib. Het baksel is geheel voorzien van loodglazuur. Lokaal of regionaal product. Type r-kan-63. De kan is in 1939 gevonden in één van de welputten op het terrein van het te bouwen rusthuis Ons Huis aan ’t Vrije in Zierikzee.
Monsterbus
Monsterbus, gebruikt voor het bewaren van meekrapmonsters. De buitenbus en de kleine binnenbusjes zijn grijs geschilderd. De kleine delen, waarin verschillende monsters worden bewaard, passen in de buitenbus. Handelaren nemen de monsterbus mee naar de beurs om op een makkelijke manier de kwaliteit en de rode kleur van hun producten te tonen aan hun kopers. Op een zwart plankje wordt een hoopje van het monster gestrooid en geplet, waardoor de kleur en de samenstelling goed te zien zijn. De wortels van de meekrapplant leveren de rode kleurstof die wordt toegepast in de lakenververij. De meekrap is vanaf ca. 1450 het voornaamste landbouwgewas op Schouwen-Duiveland totdat rond 1870 de synthetische verfstoffen op de markt komen.
Beugel met koningsplaten van vleeshouwersgilde
Koperen beugel met 18 zilveren plaatjes, 5 miniatuurgereedschappen en een grote haan, afkomstig van het vleeshouwersgilde. Elk jaar organiseerden de slagers voor knechten en leerlingen een wedstrijd hanentrekken. Bij dit spel probeerden ruiters in galop de kop van een vastgebonden haan te trekken. Het dier werd daartoe ondersteboven aan een dwars over de straat gespannen touw gehangen. Net als bij de schutters mocht de winnaar op het feest het gildezilver omhangen en liet hij een nieuw gedenkplaatje maken, ook wel koningsplaatje genoemd. Op het plaatje staat de naam van het bedrijf, de naam van de winnaar en een jaartal van degene die voor één jaar of langer het koningschap in het hanentrekken kreeg toegewezen. Toen de slagers in 1860 voor de laatste keer de wedstrijd organiseerden, hingen er volgens een bericht in de Zierikzeesche Nieuwsbode ‘wel honderd’ plaatjes aan een beugel of ketting. De 22 plaatjes in de collectie van het museum zijn dus slechts een deel van de oorspronkelijke verzameling. Ze dateren uit de periode 1671-1783. De vreemd gevormde koperen beugel is niet origineel en waarschijnlijk een kleinere kopie van de oorspronkelijke keten.
Bodemfragment tekstbord
Spiegel van een tekstbord van witbakkend majolica aardewerk met tin/loodglazuur. De tot schijf afgeslepen spiegel heeft een standring. De tekst op het bodemfragment luidt: ‘Houd goede moed, ‘t Komt eindelijk goed’. De decoratie is blauw, op een wit fond. Het baksel is gelig van kleur. Mogelijk vervaardigd in Friesland of Delft. Type m-bor.. Vondstgegevens zijn niet bekend.
